Alleen voor kids
Welkom op de Kids pagina
Op deze pagina vind je informatie over honden. Misschien heb je zelf een hond, of misschien zie je wel eens een hond bij je familie, of bij een vriend of vriendin. Over honden is veel te vertellen.
Wist jij bijvoorbeeld dat de overoverovergrootoma en -opa’s van honden wolven waren?
Je vindt op deze pagina informatie over:
- Wat honden zijn en hoe ze 'praten'
- Wat je beter wel en niet kunt doen in de buurt van honden
- Wat je moet doen als je een hond wilt aaien
- Welke leuke dingen je met een hond kunt doen
- Hoe de Hondenbescherming is ontstaan en wat ze doet
Wil je een leuke App spelen? Download dan gratis de 'Gezonde hond' App voor de iPad of de Android.
Heel vroeger waren er nog geen honden. Er waren wel wolven. Sommige wolven vonden eten in de buurt van mensen. In ruil waarschuwden ze de mensen voor gevaar.
De wolven die bij de mensen woonden, werden steeds meer hond. De mensen gingen ze gebruiken bij hun werk. De honden trokken sledes en hielpen bij de jacht.
Ook nu zijn onze honden nog steeds trouwe kameraden. Honden leven graag in een ‘gezin’. Om aan de anderen duidelijk te maken wat ze willen, ‘praten’ ze met hun lijf. Dat doen ze naar andere honden, maar ook naar ons.
Ze kunnen waarschuwen dat ze met rust gelaten willen worden. Of juist laten zien dat ze een spelletje willen doen. Daarbij gebruiken ze hun staart, oren, maar ook de rest van hun lijf.
Op een goede hondenschool of bij een goede hondenvereniging kun je terecht om 'honds' te leren praten. Je leert dan begrijpen wat een hond je met zijn lijf vertelt.
Doet iemand wel eens iets dat jij niet leuk vindt? Of moet je wel eens iets doen waar je geen zin in hebt? Een hond kan dingen ook vervelend vinden of ergens geen zin in hebben. Bovendien kan een hond ook bang zijn.
Als wij iets niet willen, kunnen we dit zeggen. Honden kunnen dat niet met woorden, daarom kunnen ze bijten. Daarom moeten wij ons aan bepaalde regels houden in de buurt van de hond.
Wel doen:
- Ik ben rustig als ik in de buurt van de hond ben.
- (Druk) spelen doe ik in een andere kamer of als de hond er niet is.
- Mijn speelgoed ruim ik op, zodat de hond er niet bij kan.
- Deuren en tuinhekjes doe ik achter me dicht.
- Ik vraag de hond om naar mij toe te komen en ga niet zelf naar de hond toe. Als hij niet naar me wil toekomen, heeft hij geen zin en ga ik iets anders doen.
- Als ik met de hond wil wandelen, doe ik dat samen met een volwassene. Mocht de hond schrikken, ergens achteraan willen of ruzie krijgen, dan sta ik er niet alleen voor.
- Mijn vrienden leg ik samen met een volwassene uit wat wel en niet mag bij de hond en wat hij wel en niet leuk vindt.
Niet doen:
- Ik loop of ren niet achter de hond aan. Dit vindt hij vervelend.
- Ik pak de hond niet vast en buig of stap niet over hem heen. Hij kan dit vervelend vinden en ik kan hem onbedoeld pijn doen.
- Ik raak de hond niet plotseling aan en maak hem niet wakker. Hij kan dan schrikken en fel reageren.
- Is de hond in zijn mand, bench, aangelijnd of achter een hek? Dan kom ik niet bij hem in de buurt. Ook als hij eet, speelt of pups heeft, laat ik hem met rust.
- Speelgoed, knaagjes en eten van de hond raak ik niet aan.
- Plagen of de hond in zijn gezicht aankijken doe ik niet.
- Ik commandeer of straf de hond niet. Als de hond iets doet wat niet mag, haal ik er een volwassene bij.
- Als er geen volwassene in de buurt is, ga ik geen spelletjes doen met de hond.
En wat als je iets vervelends meemaakt met een hond?
Heb je wel eens iets vervelends meegemaakt met een hond? Als je bang bent, of omver wordt gelopen kun je het beste het volgende doen:
Als je staat, word je een boom.
Je staat heel stil met je armen over elkaar voor je borst en kijk naar je voeten.
Lig je op de grond, dan word je een steen.
Je trekt je benen op en doet je handen over je hoofd.
Je rent of gilt nooit, maar wacht rustig tot de hond weggaat.
Honden luisteren vaak beter naar volwassenen dan naar kinderen. Daarom is het goed om altijd in de buurt van een volwassene te zijn als je bij een hond bent. Gaat de volwassene weg? Vraag dan of hij de hond even in een andere kamer zet. Zo blijf je niet alleen met de hond achter.
Als je een hond wilt aaien, moet je zeker weten dat de hond dat ook wil!
Heb jij ook een tante die je weleens te stevig knuffelt als je haar ziet, of je een welkomstkus wil geven terwijl jij daar geen zin in hebt? Honden kunnen ook geen zin hebben om geaaid te worden, of zelfs bang zijn. Daarom moet je je altijd houden aan de volgende afspraken, als je een hond wilt aaien:
- Je vraag eerst toestemming om de hond te aaien aan de eigenaar van de hond en aan je ouder of verzorger.
- Dan vraag je het aan de hond door de bovenkant van je hand naar de hond toe te houden. Komt de hond naar je toe en snuft hij? Dan kriebel je voorzichtig onder zijn kin, maar niet te lang.
- Loopt de hond weg, wordt hij heel druk of komt hij niet naar je toe? Dan laat je de hond met rust en ga je iets anders doen. Je weet namelijk dat niet elke hond aaien leuk vindt.
Honden vinden het erg leuk om hun neus te gebruiken! Wil je iets leuks doen met een hond, dan is een verstopspelletje een goed idee. Wij zoeken bij het spelen van verstoppertje met onze ogen. De hond zal eerder met zijn neus op zoek gaan!
Hoe pak je dit aan:
Zorg dat er een volwassene in de buurt is om je te helpen. Doe nooit alleen met de hond iets. Als er iets raars of vervelends zou gebeuren, is er niemand die je kan helpen.
Vraag de volwassene om de hond vast te houden. Laat de hond zijn favoriete speeltje zien en verstop het vervolgens. Eerst verstop je het op een makkelijke plaats. Laat de hond het speeltje zoeken en terugbrengen naar de volwassene. Die laat vervolgens de hond weer zitten en het speeltje loslaten.
Jij kunt het speeltje nu weer verstoppen. Ga niet zelf het speeltje terugpakken van de hond. Als de hond en jij tegelijkertijd het speeltje willen pakken, kan hij per ongeluk in je hand bijten. En als jullie hem tegelijkertijd vasthouden, kan hij je omver trekken. Verstop het speeltje elke keer iets moeilijker. Zeg 'zoek!' tegen je hond voordat hij mag gaan zoeken.
Je kunt ook jezelf verstoppen! Laat de volwassene de hond vast houden en verstop jezelf. De eerste keren verstop je jezelf op een makkelijke plaats. Neem een hondenbrokje of hondenkoekje mee voordat je jezelf verstopt. Ben je verstopt? Roep een keer de naam van de hond. Hij moet je nu gaan zoeken. Als hij je vindt, laat je het brokje/koekje als beloning meteen op de grond vallen. Vraag de volwassene nu de hond bij zich te roepen en vast te houden zodat je je opnieuw kunt verstoppen.
Het is ook leuk om je hond kunstjes aan te leren. Je kunt hem bijvoorbeeld leren om een rondje om je heen te lopen. Of je kunt hem door het gras te leren kruipen. Op een hondenschool of hondenvereniging zijn soms speciale cursussen voor kinderen. Daar kun je leren hoe je je hond het beste iets aanleert. Leuke ideeën vind je ook in het boek 'Mijn hond als kameraad' van Martin Gaus (ISBN: 9789052106229).
Nog niet eens zo heel lang geleden werden honden heel anders gehouden dan nu. Honden werden toen nog gebruikt om zware karren met spullen te trekken. De honden moesten vaak lange dagen lopen voor karren die veel te zwaar waren. Andere honden werden aan een ketting gehouden zonder dat ze beschutting konden zoeken tegen regen.
Om die honden te helpen is de Hondenbescherming opgericht. Een hond voor een kar spannen mocht niet meer. En een hond mocht alleen nog aan de ketting gehouden worden als hij een fijne omgeving had. Hij moest bijvoorbeeld een hondenhok hebben om te schuilen.
Trek zelf de kar door het doolhof! Als je op dit bestand klikt, download je het doolhof om het te kunnen doorlopen: Doolhof (2,4 MB)
Nu zorgt de Hondenbescherming voor informatie over honden. Zodat mensen beter weten hoe je voor een hond moet zorgen. Bovendien proberen we ook om wetten en regels die met honden te maken hebben, beter te maken voor de honden.
We vangen oudere honden op die bijvoorbeeld niet met hun eigenaar mee mogen als deze naar een verzorgingstehuis moet. In een speciaal huis zitten de grijze snoetjes bij elkaar en kunnen ze rustig van hun oude dag genieten.
Verder kunnen we asielen en opvangcentra voor honden helpen als ze ergens te weinig geld voor hebben. Ook mensen met weinig geld helpen we soms om bijvoorbeeld een operatie voor hun hond mogelijk te maken.
Als iemand slecht voor zijn hond zorgt, gaan de inspecteurs van onze Inspectiedienst Gezelschapsdieren kijken hoe ze de situatie voor de hond beter kunnen maken. Al dat werk kunnen we alleen doen dankzij het geld dat we van onze leden, donateurs en schenkers krijgen. We zijn erg blij met hun steun. Daarmee kunnen we veel honden helpen!
Test je hondenkennis, doe de puzzel! download puzzel (103,1 KB)
Foto’s: archief Hondenbescherming, Hugh Jansman, Nel van Wijngaarden